Voorhof


TOEN, NU EN IN DE TOEKOMST

Voorhof is exemplarisch voor een integraal ontwerp van (woon)programma, stedenbouw/ inrichting buitenruimte en architectuur. De Voorhof is in het begin van de 60-er jaren van de vorige eeuw als één geheel ontworpen en tussen ’60 en ’70 gebouwd. Het oorspronkelijke plan van Van Embden uit

het begin van de jaren zestig kende een heldere en tamelijk strikte opbouw. Het is een typische jaren zestig wijk met veel hoge flats in een groene omgeving. De woningdichtheid is door de flats hoog. De Voorhof behoort zelfs tot de wijken van Nederland met de meeste inwoners per hectare, namelijk 97. Ter vergelijking: in de Buitenhof is dit 64 en voor Delft totaal is dit gemiddeld 40.

De cultuurhistorische betekenis van de Voorhof is die van de eerste grootschalige Delftse wederopbouwwijk. In enkele onderdelen is de wijk kwalitatief hoogwaardig uitgewerkt. Haar grootschaligheid representeert de karakteristiek van de stedenbouw uit de latere wederopbouwperiode, die van rond en na 1960. De woongebouwen en bedrijfsgebouwen zijn elk voor wat betreft type, architectonische vormgeving en/of constructie waardevolle gebouwen. Zij zijn daarmee goede representanten van de wederopbouwarchitectuur in Delft. De voorhof bestaat uit 4 kwadranten, met elk een eigen karakteristiek. In deze analyse beperken we ons tot Voorhof II West, begrensd door de Voorhofdreef, de Kruithuisweg, de Beatrixlaan en de Martinus Nijhofflaan.

onze wijk
Drie kwaliteit niveaus

Stedenbouwkundige kwaliteit

Net als de andere drie kwadranten heeft ook de wijk Voorhof West een heldere stedenbouwkundige structuur met een duidelijke hiërarchie in gebouwvolumes en wegen. De heldere structuur maakt de wijk overzichtelijk en beheersbaar. Er zijn weinig plekken waar men zich onbespied kan ophouden, dan wel kan verdwalen. De wijk is ruimtelijk opgebouwd met lange overzichtelijke zichtlijnen, met een parkachtige omgeving, die over het algemeen goed onderhouden wordt met overwegend zorgvuldig vormgegeven overgangen tussen openbaar en privé in combinatie met een prettig fijnmazig netwerk van wandelpaden.

Voorhof West kent in tegenstelling tot bijvoorbeeld Poptahof geen centraal park, maar de wijk als geheel oogt als één groot park door de aaneenschakeling van een grote reeks plantsoenen en hoven. Het is daarom niet voor niets dat de gemeente in haar toelichting bij het bestemmingsplan de hoven tussen de Menno ter Braaklaan en de J.J. Slauerhoflaan als bijzonder bestempeld. Doordat het parkeren voornamelijk onderdeel uit maakt van de doorgaande routes draagt dat bij aan het parkbeeld. In tegenstelling tot Voorhof Oost waar grote concentraties parkeervelden dit effect juist ontkracht.

Woonkwaliteit

In Voorhof is een uitgekiende, gebalanceerde combinatie van laagbouw en hoogbouw gerealiseerd, waardoor een hoge inwoner dichtheid gecombineerd kon worden met ruime woningen, veel groen en een hoog voorzieningen niveau in de wijk en in de nabije omgeving. Voorhof kent een hoogwaardige woonkwaliteit met grote eengezinswoningen afgewisseld met appartementen voor diverse doelgroepen met ruime kamers  consequent voorzien van liften met ruime private of collectieve tuinen. Door dit ensemble van woningtypen in combinatie met het aanwezige voorzieningenniveau is een woon carrière binnen de wijk een belangrijk pluspunt.

Architectonische kwaliteit

De architectuur is rustig tot zorgvuldig, met bescheiden detail en eenduidig materiaal- en kleurgebruik, waardoor er een goed herkenbaar geheel is ontstaan. De gebouwen zijn overwegend slanke volumes met een doorgaans horizontale geleding, vanwege de toegepaste efficiënte manier van bouwen. Hierdoor is een prettige samenhang ontstaan.  Veel casco’s zijn bovendien zo ontwikkeld dat er veel verschillende manieren tot aanpassen en verbeteren mogelijk blijken te zijn. Eén voorbeeld betreft de particuliere woningen. Deze zijn intern op veel verschillende manieren aangepast. Bovendien is het optoppen van de laagbouw voorzien in het vigerende  bestemmingsplan. Dit alles is mogelijk binnen de heldere structuur  zonder dat de kwaliteit van de wijk wordt aangetast. Een ander voorbeeld betreft de aanwezige zorgcomplexen, waarvan enkele gebouwd zijn met een kolommen structuur vanuit de gedachte dat aanpassingen eenvoudig te realiseren moeten zijn. Een derde iets minder fraai voorbeeld van het sterke flexibele concept en overigens volkshuisvestelijk niet toe te juichen, is de relatief soepele transitie naar een kamerhuishouden voor studenten.

Kansen en bedreigingen

De inrichting van  de diverse wegen en knooppunten is sleets en toe aan verbetering: omwille van het versterken van Voorhof als park moeten de doorgaande verbindingswegen meer als laan geprofileerd worden, zoals bijvoorbeeld de Aart van der Leeuwlaan en de Menno ter Braaklaan. De secundaire wegen kunnen meer verzacht worden door middel van het laten vervallen van stoepen waar dat kan  om zodoende veel meer de sfeer van een park te benaderen. Zo is de Roland Holstlaan tussen de Menno ter Braaklaan en de J.J. Slauerhofflaan veel te “versteend” en zou de zone met het dwars parkeren veel meer gecompartimenteerd kunnen worden ten gunste van groen. Hiermee kan meteen aan de inrichtingseisen voor 30km gebieden worden voldaan. Bij up-to-date houden van het groen, met name het bomenarsenaal, is het wenselijk dit vroegtijdig te vervangen om een natuurlijke overgang te creëren en verschraling van het groen tegen te gaan. Daarnaast zou er een manier gevonden moeten worden om de bomengroei op privé gebied te bevorderen ten behoeve van een nog groener aanzicht, maar tevens om hitte stress en water plaatselijk beter op te vangen. Bovendien kan de gemeente de particuliere eigenaren meer stimuleren de overgangen tussen privé en openbaar meer te vergroenen, met name op de hoeken van de gebouwblokken en de (hoven)verkavelingen. Naast het in stand houden en verbeteren van het groen is, in het licht van de toenemende kans op hevige regenval, vergroting van waterberging gewenst. De wens van de gemeente om de huidige duikers langs respectievelijk de zuidzijde van de flat aan de Menno ter Braaklaan en de flat aan de Jan Campertlaan te vervangen voor open watergangen is, in dat licht, een enorme kans en tegelijkertijd een goed middel de woonomgeving aangenamer te maken en de ecologische waarde van het water te benutten. Omwille van de stedenbouwkundige samenhang zou een dergelijke singel ook aan de J.J. Slauerhofflaan aangelegd kunnen worden. Naast bovengenoemde kans is het ontegenzeggelijk een kans de op korte termijn geplande rioleringswerkzaamheden alsook de aanleg van een warmtenet in de wijk vooraf te laten gaan aan een zorgvuldige studie naar de gewenste herinrichting die het beeld van een Voorhof als park helpen versterken. De herinrichting van de wijk dient ook om het verkeer beter te regulieren, met name de snelheid van motorvoertuigen is nu veel te hoog.  Als de wijk daadwerkelijk als 30 km-wijk wordt ingericht, met de daarbij behorende handhaving, zal dit de kwaliteit van de wijk enorm verbeteren.
Gezien de huidige hoge woningdichtheid moet verdichten met woningen meer dan gemiddeld zorgvuldig worden afgewogen en ontwikkeld. Erkend wordt de woningopgave die voor Delft bestaat. Los van de discussie of het gewenst is zoveel woningen in Delft te gaan realiseren, is het kiezen van de daarvoor geschikte locaties van eminent belang. De aanleg van het warmtenet aan de Beatrixlaan is in veel opzichten, maar ten aanzien van verdichten in het bijzonder, een kans.
In de ontwikkeling van de wijk Voorhof heeft architect Ernest Groosman een eminente rol gespeeld vanwege het feit dat zijn bureau bijna alle gebouwen in Voorhof West heeft ontworpen. Dit feit heeft ervoor gezorgd dat er een evidente samenhang en een hoog kwaliteitsniveau is behaald (overwegend ruime grondgebonden woningen en appartementen, appartementencomplexen met slechts twee of drie woningen per verdieping, met een lift ontsloten en galerijcomplexen met liften). De samenhang is ontstaan vanwege het eenduidige materiaalgebruik in combinatie met kleurstelling. De gele baksteen, de heldere geleding van de gebouwen, voornamelijk horizontaal geleed, met een klassieke onderverdeling in onderbouw en bovenbouw, gekenmerkt door veelal slanke volumes. Om de samenhang te behouden moeten nieuwe initiatieven, ongeacht onderhoud of nieuwbouw aan deze uitgangspunten getoetst worden, zogenaamde vernieuwing zonder vervreemding. Om die reden is het belangrijk de Voorhof en de andere uitbreidingsgebieden onder te brengen onder criterium C van de welstandsnota Delft.